Een astroloog beoefent een of meerdere vormen van astrologie. Hij gaat daarbij steeds uit van een verband tussen de kosmos en het leven op aarde. Dit verband zou hem in staat moeten stellen uitspraken te doen over tal van zaken. Een astroloog zal typisch een horoscoop tekenen voor het ogenblik dat een bepaalde gebeurtenis zoals iemands geboorte plaatsvindt. Hierbij noteert hij - of de computersoftware- op het horoscoopwiel de precieze plaats van de planeten en andere elementen die hij van belang acht voor de interpretatie.
De methoden die astrologen daarbij aanwenden zijn zeer divers en hangen af van de school waartoe ze behoren. Zo maakt de klassieke astrologie geen gebruik van de nieuw ontdekte planeten Uranus, Neptunus en Pluto, dit in tegenstelling tot de meeste hedendaagse astrologen die deze planeten wel gebruiken. Astrologen uit de Hamburger Schule van Alfred Witte en de Kosmobiologie van Reinhold Ebertin hebben een groot deel van de klassieke astrologie overboord gezet en werken voornamelijk met planeten en midpunten.
Een ontwikkeling die dateert uit de jaren dertig van de 20e eeuw is de psychologische astrologie, die zich afzet tegen het fatalistische karakter van de astrologie en daarvoor een astrologie van de vrije wil in de plaats stelt. Dit type van astrologie inspireerde zich bij zijn ontstaan vooral op het werk van de Zwitserse arts en psycholoog Carl Gustav Jung in verband met de archetypen. De bekendste vertegenwoordigers van de psychologische of Jungiaanse astrologie zijn Dane Rudhyar, Liz Greene en Stephen Arroyo. In Nederland is Karen Hamaker de bekendste astrologe die gepubliceerd heeft over zowel de klassieke als de moderne astrologie.
Naast de ontwikkeling van de psychologische astrologie is er recentelijk steeds meer aandacht voor het systeem dat Jean Carteret heeft uitgewerkt en wat George Bode in zijn boeken vastlegt. Deze stroming binnen de astrologie werkt met niet zichtbare factoren als verdubbeling en tegenhangers van de traditionele "witte" lichten, de Zon en de Maan. Deze niet zichtbare factoren worden de "zwarte lichten" genoemd. Er wordt veel waarde gehecht aan de astronomische werkelijkheid, de term structurele astrologie vindt hier zijn oorsprong.
Naast het opstellen van geboortehoroscopen zijn er ook astrologen gespecialiseerd in mundane astrologie (het wereldgebeuren, de politiek), weervoorspellingen, beroepskeuze, relatiehoroscopen, uurhoekastrologie en financiële astrologie (beursvoorspellingen).
Historisch gezien is de astrologie nog niet zo lang in onbruik geraakt: pas met de opkomst van de moderne wetenschappen sinds de 17e eeuw heeft ze veel van haar aanhangers verloren. Interessant om te vermelden is dat die overgang niet zo bruusk heeft plaatsgevonden. Astrologen waren bij de eerste wetenschappers in het middeleeuwse Europa. Het waren astrologen die de eerste nauwkeurige kaarten van de sterrenhemel maakten, de baan van de maan berekenden en vele astronomische waarnemingen over de aarde zelf maakten. Hoewel wetenschappers vandaag de dag neerkijken op de astrologie als een pseudowetenschap, was de ontwikkeling van de astronomie zonder het werk van astrologen - die gedurende eeuwen geduldig observaties verzamelden - ondenkbaar.
Niet alleen waren enkele van de eerste wetenschappers astrologen, ook beoefenden sommige van de meest gerespecteerde wetenschappelijke geesten uit de menselijke geschiedenis de astrologie. Gerenommeerde onderzoekers als Newton Kepler, Jung, Galileo, Copernicus en Brahe droegen in hun tijd, naast hun wetenschappelijk werk, allemaal in belangrijke mate bij aan de astrologie.
De reden dat astrologie nu beschouwd wordt als een pseudowetenschap, is dat ze haar kennis niet vergaart met behulp van de wetenschappelijke methode. Astrologie heeft als 'oude wetenschap' weliswaar haar eigen methode en eigen regels, maar haar uitgangspunt - de aanname dat de stand van zon, maan, sterren en planeten in verband kan worden gebracht met iemands lot - is niet falsifieerbaar.
Omdat er niet echt criteria bestaan die bepalen wanneer iemand zich astroloog mag noemen, bestaat de kans dat ook mensen zonder opleiding of kennis van zaken zich als (beroeps)astroloog gaan profileren. Er is natuurlijk geen sprake van zoiets als een vastgelegde, universeel geldende astrologische leer, want astrologie kent vele varianten en eenieder is vrij om zijn of haar eigen variant daar aan toe te voegen of nieuwe inzichten toe te passen. Er is ook helemaal niets op tegen dat kennis over astrologie via zelfstudie wordt verworden, maar als alternatief is er ook een steeds groeiend aanbod van commercieel werkende 'scholen' die betaalde cursussen aanbieden. In een aantal landen houden enkele organisaties zich bezig met het professionaliseren van het beroep.