Centrale verwarming (afgekort tot cv) is een verwarmingssysteem, waarbij de warmte die nodig is voor het (op)warmen van vertrekken in een gebouw, centraal wordt opgewekt en vervolgens met behulp van een warmteoverbrengend medium (stoom, water of lucht) wordt overgebracht naar deze vertrekken.

Tegenwoordig hebben vrijwel alle huizen/gebouwen waar gewoond of gewerkt wordt centrale verwarming. Het meest bekende systeem dat daar voor gebruikt wordt is het systeem waarbij in de te verwarmen vertrekken radiatoren staan. Middels het opgewarmde water dat vanuit de cv-ketel wordt aangevoerd via een leidingenstelsel worden deze radiatoren opgewarmd. Tegenwoordig is daarnaast het systeem van hete lucht verwarming populair. Hierbij wordt warme lucht via een kanalenstelsel rechtstreeks in de te verwarmen vertrekken geblazen.

Centrale verwarming bestaat uit verschillende onderdelen, waarbij de cv-ketel, radiator en thermostaat de belangrijkste zijn.

Centrale verwarming is een verwarmingssysteem, waarin de cv-ketel essentieel is. In de CV-ketel wordt water verwarmd, door de verbranding van aardgas. Via de leidingen stroomt het warme water vanuit het verwarmingstoestel naar de radiatoren en convectoren. Als het water is afgekoeld, stroomt het terug naar de ketel waar het vervolgens weer wordt verwarmd.

Met behulp van een centraal verwarmingssysteem kun je:

Middels de bijbehorende thermostaat is eenvoudig de temperatuur in te stellen. Een thermostaat hangt meestal in de centrale ruimte (van huis of kantoor/gebouw) en de temperatuur kan hier eenvoudig, handmatig, op worden ingesteld. Er bestaan ook klok- en weer-afhankelijke thermostaten. Afhankelijk van de tijd of het weer wordt dan de temperatuur van het water in de cv-ketel geregeld. Met een radiatorknop is het mogelijk om daarnaast de radiatoren in te stellen. Zo kan per ruimte bepaalt worden wat de gewenste temperatuur is.

Met een combiketel wordt meer voordeel gehaald uit centrale verwarming. Een combiketel zorgt naast het verwarmen van uw huis ook voor warm kraanwater. Het is als het ware een cv-ketel en boiler ineen. Door deze functies te combineren, is er maar 1 toestel nodig, wat er bovendien voor zorgt dat er minder ruimte nodig is.

Geschiedenis van de verwarmingssystemen

Centrale verwarming wil zeggen dat 1 warmtebron de verwarming verzorgt in het hele huis/gebouw. De Romeinen gebruikten al een soortgelijk principe maar het duurde tot het begin van de industrialisering voordat het principe weer werd toegepast met behulp van brandstoffen zoals steenkool, aardolie en aardgas. Tot die tijd was de stralingswarmte van een hout gestookt vuur of van een steen- kleikachel het enige verwarmingsmedium waarmee mensen zich konden verwarmen.

De ontdekking van de nieuwe energiebronnen zorgde voor het opstarten en de verdere uitbouw van de industrie. Er werden kantoorgebouwen en fabrieken gebouwd. Mensen brachten nu het grootste deel van hun tijd, zowel in de zomer als de winter, in afgesloten ruimten door. De verwarming van grote ruimten en van meerdere verdiepingen leidde tot de ontwikkeling van nieuwe verwarmingssystemen. Lokale verwarming door middel van kachels was een oplossing. Een centraal verwarmingssysteem is minder arbeidsintensief, zorgt voor een gelijkmatiger verwarming van (grote en/of verschillende) ruimten en kan bovendien tot een verbeterde kwaliteit van de binnenlucht leiden.

Vier systemen zijn daarvoor geschikt: