De betekenis van het woord 'kennel' is een onderkomen voor een hond. Het woord wordt echter meer gebruikt voor dierenverblijf en/of fokkerij.
In de meeste gevallen is een kennel gespecialiseerd in een bepaald hondenras; dat kunnen labradors zijn of teckels of welke ras dan ook. Juist door die specialisatie is veel kennis en ervaring aanwezig bij de betreffende kennelhouders. Er zijn ook kennels die zich speciaal richten op hulphonden; de zogenaamde ADL (Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen) honden, de Signaalhonden (die opgeleid worden om hulp te bieden als personen zelf geen geluid kunnen waarnemen en/of Therapiehonden (dit soort honden worden ingezet om ondersteuning te bieden aan personen met een persoonlijkheidsstoornis).
De beheerder van een kennel dient, volgens de wet, een bewijs van vakbekwaamheid te hebben.
Voor kennels gelden een aantal eisen voor de huisvesting en verzorging van dieren. De eigenaar van de kennel is verantwoordelijk voor de gezondheid en het welzijn van de dieren. De dieren dienen goed verzorgd te worden. Daar wordt het volgende onder verstaan:
Voorwaarden voor een goede huisvesting zijn:
Kennelhoest is een besmettelijke ontsteking van de voorste luchtwegen bij honden. De ziekte wordt veelal veroorzaakt door een bacterie of een virus. Stress en hygiëne kunnen een rol spelen bij het ontstaan van de ziekte. Een hond kan besmet worden door een andere hond. Er is een inenting tegen kennelhoest te krijgen. Een ingeënte hond kan echter nog wel kennelhoest krijgen maar dan in minder ernstige mate.
Een symptoom van kennelhoest is droge schraaphoest. De milde vorm gaat vanzelf over. In ernstige gevallen kan er longontsteking uit voortkomen en is het zaak op tijd een dierenarts in te schakelen.
Het is niet zo dat kennelhoest alleen in kennels voorkomt maar omdat daar veel honden bij elkaar zijn (waardoor zowel de kans op besmetting als de risicofactoren als stress) meer voorkomen komt kennelhoest daar vaker voor.