Een tolk (leenwoord uit het Russisch) is iemand die luistert naar een spreker en die zijn woorden mondeling (of in het geval van de tolk gebarentaal met gebaren) vertaalt (niet woord voor woord maar een volledige boodschap) voor degenen die de oorspronkelijke taal niet begrijpen.
In de wereld van vertalers en tolken verstaat men onder "vertalen" doorgaans: het vertalen van geregistreerde tekst die op schrift, magneetband of in digitale vorm beschikbaar is. Tolken zijn ook vertalers maar zij dienen gesproken tekst in woord of gebaar (gebarentaal) onmiddellijk accuraat te vertalen. Tolken moeten de in de ene taal (de "brontaal") uitgesproken tekst ten eerste kunnen begrijpen, en verder zo volledig en correct mogelijk de betekenis in de andere taal - de "doeltaal" - weergeven.
In tegenstelling tot de vertaler heeft de tolk slechts enkele seconden tijd om na te denken over de juiste formulering in de doeltaal. Hierdoor heeft hij of zij vrijwel geen tijd voor correcties.
Er zijn veel verschillende vormen van vertolken. Een belangrijk onderscheid is het verschil tussen consecutief en simultaan vertolken. Het wezenlijke verschil is dat bij simultaan (= gelijktijdig) vertolken de tolk tegelijkertijd luistert en vertaalt, wat bij consecutieve (= opeenvolgende) vertolking niet het geval is.
Bij het consecutief vertolken staat (of zit) de tolk naast de spreker en geeft hij zin voor zin de vertaling. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan als een buitenlandse spreker een zaal vol mensen toespreekt. De toespraak duurt daardoor twee keer zo lang. Het kan gebeuren dat de tolk iets niet goed verstaat, en dan heeft hij de mogelijkheid uitleg te vragen, wat bij simultaan vertalen doorgaans niet kan. Ook kan het wel eens voorkomen dat iemand in het publiek de tolk verbetert.
Soms, als men verwacht dat de meeste toehoorders de oorspronkelijke taal verstaan, wordt de voorkeur gegeven aan getolkte interventies. De tolk geeft dan een korte samenvatting in de doeltaal. Deze werkwijze kan ook voorkomen bij een interview - de interviewer is dan tevens tolk.
De spreker hoort wat de tolk zegt en soms verstaat hij het ook wel een beetje. Het komt wel eens voor dat een spreker commentaar heeft op een woord dat hij meent op te vangen, of dat hij iets meteen in de doeltaal probeert te zeggen. Het is dan de taak van de tolk uit te leggen wat er gebeurt, wat wel eens hilarische situaties oplevert.
Simultaan vertolken (luisteren en vertalen tegelijkertijd) voor één tot twee toehoorders kan gebeuren doordat de tolk de vertaling in het oor van de naast of vóór hem gezeten luisteraars fluistert, maar bij een uitgebreider gehoor is een vertaalinstallatie vereist. Veelal wordt daarvoor gebruik gemaakt van tolkencabines of een fluisterset. De tolken zitten per taal in een eigen cabine, horen de spreker door een hoofdtelefoon en spreken de vertaling in in de microfoon. De toehoorders in de zaal kunnen via een schakelaar de door hun gewenste vertaling kiezen. Met slechts enkele seconden vertraging is de vertaling te beluisteren die even vloeiend is als de originele toespraak. De tolk stopt namelijk niet met vertalen om de volgende zin te beluisteren; hij doet beide tegelijkertijd. Simultaan tolken vereist veel concentratie, een perfecte taalbeheersing en een brede algemene kennis.
Simultaan vertolken kent men wel van internationale vergaderingen van het Europese parlement, de Verenigde Naties en dergelijke, waar elke toespraak naar alle officiële talen vertaald moet worden. Aan deze tolken worden hoge eisen gesteld, van de sprekers wordt niet verwacht dat ze rekening houden met de tolken. Bij internationale conferenties wordt hetzelfde werk vaak gedaan door vrijwilligers, waarbij de eisen veel lager worden gelegd.
Tenzij het om een kortdurende opdracht gaat, wordt de tolkencabine doorgaans bezet door twee tolken die elkaar afwisselen. Als het gesprokene in meer dan één taal vertaald moet worden, worden verschillende cabines tegelijk gebruikt, één cabine per doeltaal.
In tegenstelling tot bij consecutief tolken is er weinig terugkoppeling mogelijk. Als de tolk iets niet verstaat, kan hij niet met de spreker overleggen. Het is dan ook, meer dan bij andere vormen van tolken, nodig dat de tolk de talen goed kent en goed op de hoogte is van de terminologie in het behandelde onderwerp. Soms heeft de tolk een paneel met drukknopjes waarmee hij naar de spreker kan seinen, bijvoorbeeld om langzamer te spreken of een zin te herhalen
Volgens de Nederlandse wetgeving mag een proces bij de rechtbank uitsluitend in het Nederlands worden gevoerd. Als een verdachte, een getuige of een civiele partij geen Nederlands kent is er dus een gerechtstolk nodig. Ook is het mogelijk dat de getuige of partij wel enigszins Nederlands kent, maar voor de zekerheid een tolk beschikbaar wil hebben.
Spreekt de getuige een vreemde taal die door de rechter en andere aanwezigen begrepen wordt, bijvoorbeeld Engels, dan moet er desondanks een tolk worden gebruikt.
Een gerechtstolk moet vooraf beëdigd worden.
Een gesprekstolk is een tussenpersoon tussen enkele mensen die elkaars taal niet spreken. Hij vertaalt korte interventies (één à twee zinnen) zonder aantekeningen en in beide richtingen. Dit is de eenvoudigste manier van tolken. Het enige dat nodig is is een goede taalkennis, concentratie, kennis van zaken en een strikte neutraliteit.
Dit is een manier van tolken die vaak door de sociale vertaal- en tolkdiensten wordt toegepast, wanneer zij de communicatie tussen Nederlandsonkundigen en de overheid, scholen, ziekenhuizen, helpen tot stand komen.