Voer bestaat in veel verschillende vormen. Voer kan zowel op basis van planten als op basis van vlees zijn gemaakt, afhankelijk van het dier waarvoor het bestemd is. De wereldwijde voederindustrie voor de veeteelt bedroeg in 2006 635 miljoen ton voedsel, met een jaarlijkse groei van 2%.
In de vee-industrie worden doorgaans grassen en andere planten zoals graansoorten en maïs gebruikt voor voer. Planten worden geregeld vers aan de dieren gegeven, maar ook gedroogd tot hooi of stro. Soms worden deze planten ook op andere manieren bewerkt.
Zo kunnen er voedingsstoffen, medicijnen en groeihormonen aan worden toegevoegd. Veel boeren gebruiken stukken van hun land speciaal voor het verbouwen van voer. Bekend zijn bijvoorbeeld de hooi- en strobalen die in de zomer en nazomer worden geoogst om als voer voor het vee te dienen in de winter. Ook worden planten soms ingekuild om als voer te dienen, het zogenaamde kuilvoer.
Voer voor huisdieren wordt gemaakt door commerciële bedrijven. Veel van dit voedsel is droogvoer (8 tot 10% vocht), maar er bestaat ook vochtig voer. Dat laatste wordt meestal in blik verkocht. In voer voor honden en katten is vlees of vis verwerkt, al dan niet afkomstig van voedseldieren. Voor knaagdieren bestaat voer doorgaans uit gedroogde zaden en noten. Ook hier kan voer extra toegevoegde voedingsstoffen bevatten.
Er bestaan in veel landen voorschriften van waar voer aan dient te voldoen.
Mengvoeder
Mengvoeder, mengvoer of samengesteld voer is de verzamelnaam voor droge diervoeders die uit diverse ingrediënten zijn samengesteld en daarmee bepaalde eigenschappen hebben. Ze worden beschouwd als krachtvoer. Indien gemengde voeders een hoog vochtgehalte hebben spreekt men van brijvoeders.
Afhankelijk van de diersoort werden vroeger tal van restproducten uit onder meer de graanverwerkende en oliezadenverwerkende industrie aan de dieren gevoederd. Oorspronkelijk werden deze gegeven als enkelvoudige krachtvoeders en was het de boer die de diverse producten mengde. Voor de industrie bestond zelfs een verbod op het vermengen van de ingrediënten.
Kort na 1910 begon men echter in toenemeende mate de mengvoeders op industriële basis te vervaardigen. Aanvankelijk mengde men bijvoorbeeld graanafvallen met lijnzaadkoeken en verkreeg aldus eenvoudige voederbrokken.
Men ontwikkelde voor het mengen een wetenschappelijke grondslag en wist uiteindelijk veevoeders te produceren die aan nauw omschreven kwaliteitseisen voldeden. Deze omvatten eigenschappen als gehalte aan eiwitten, vetten, koolhydraten en diverse mineralen, alsmede vitamines en essentiële aminozuren. Met behulp van lineaire programmering wordt dan voor een bijbehorende samenstelling gekozen op basis van de op dat moment vigerende marktprijzen. De ingrediënten worden tegenwoordig meestal ingekocht door specialistische krachten die via schermhandel kopen en verkopen op de wereldmarkt. Het mengvoer wordt in Nederland gewoonlijk geproduceerd in de vorm van brokken. Melasse kan worden toegevoegd als bindmiddel. Uiteidelijk worden de brokken gevormd door middel van persen of extrusie.
Mengvoeder wordt vooral gebruikt in de rundvee-. varkens- en pluimveehouderij. Daarnaast is er ook krachtvoer op mengvoederbasis voor schapen, paarden, konijnen enzovoort.