Bedrijveninfogids
Bedrijveninfogids
Zoek en vind bedrijven bij u in de buurt of in een bepaalde regio

ADVOCATENKANTOOR STOUTHART CS

Grotestraat 94
5431DM, CUIJK
Telefoon: 0485-315994
meer info >>
6.9Km

ADVOCATENKANTOOR VAN LAAKE-ENGELEN

Wilhelminastraat 16
5451AR, MILL
Telefoon: 0485-454150
meer info >>
13.2Km

ADVOCATENKANTOOR JOSEPH

Mgr. Borretweg 12/A
5361AR, GRAVE
Telefoon: 0486-462120
meer info >>
17.9Km

AARTS ADVOCATUUR

Verlengde Velmolen 2/A
5406NT, UDEN
Telefoon: 0413-243121
meer info >>
24.7Km

HAMELERS NIJKAMP ADVOCATEN

Velmolenweg 52/54B
5404LD, UDEN
Telefoon: 0413-255180
meer info >>
24.7Km


Advocaat Advocatenkantoor informatie

Een advocaat is iemand die bijstand verleent en gewoonlijk als vertegenwoordiger van een partij optreedt in juridische aangelegenheden. Een advocaat wordt ook wel raadsman of raadsvrouw genoemd. Dit moet niet worden verward met raadsheer, want dat is een rechter bij een hogere rechtbank. Een advocaat in strafzaken wordt een strafpleiter genoemd.

In tegenstelling tot een notaris, die meestal voor twee partijen werkzaam is, is de advocaat als belangenbehartiger altijd partijdig.

Toegang tot het beroep
Wie in Nederland advocaat wil worden, moet een verzoek tot beëdiging doen aan de rechtbank in het arrondissement waar hij zich wil vestigen. Wanneer de beëdiging heeft plaatsgevonden, wordt de advocaat ingeschreven op het tableau van de plaatselijke rechtbank. Om beëdigd te worden gelden specifieke wettelijke eisen, waaronder de eis dat een universitaire juridische opleiding rechtsgeleerdheid met civiel effect (Nederlands recht) met succes is gevolgd. Gedurende de eerste drie jaren mag de advocaat niet zelfstandig zijn beroep uitoefenen. Hij is dan als advocaat-stagiaire werkzaam onder begeleiding van een ervaren advocaat als patroon. Als de advocaat-stagiaire de verplichte beroepsopleiding heeft voltooid en daarnaast een aantal door de regionale balie voorgeschreven cursussen heeft gevolgd, krijgt hij na afloop van de genoemde drie jaren een zogenaamde stageverklaring. Daarna mag hij de advocatuur zelfstandig beoefenen. De advocatuur heeft vanaf 1970 een spectaculaire groei doorgemaakt. In dat jaar waren er nog slechts 2063 advocaten ingeschreven, in 1980 waren er het 3726, in 1990, 6381 en in het jaar 2000 waren 11.033 advocaten ingeschreven. In 2009 stonden ruim 15.000 advocaten ingeschreven, eind 2010 waren dat er 16.275. Daarvan zijn er 55 boven de 70 jaar oud, er zijn zelfs nog 10 advocaten ingeschreven, die op 31 december 2010 ouder dan 81 waren. Advocaten werken veelal samen in groepsverbanden (zoals maatschappen en N.V.'s). Er zijn zowel grote advocatenkantoren, waarin soms wel honderden advocaten samenwerken, als kleine kantoren, waarin één advocaat of een beperkt aantal advocaten werkt. Tegenwoordig zijn de zogenaamde 'nichekantoren' in opkomst (advocatenkantoren waarin een beperkt aantal advocaten met een bepaald specialisme samenwerkt).

Rechten en plichten van de advocaat
De advocatenwet uit 1952 regelt het beroep van advocaat. De advocaat is verplicht lid van de Nederlandse Orde van Advocaten, welke organisatie bevoegd is nadere regels te stellen aan de beroepsuitoefening, zoals in het kader van de inrichting van diens financiële administratie en de verplichte beroepsverzekering. De advocaat dient zich ook te houden aan specifieke gedragsregels en kan bij overtreding daarvan in het ergste geval uit het beroep worden gezet (ook wel genoemd: geschrapt van het tableau). De advocaat is verplicht zich jaarlijks te laten bijscholen en wordt daarop gecontroleerd. De advocaat heeft evenals de notaris een wettelijk beroepsgeheim. Hij kan - tenzij de cliënt daarin expliciet toestemt - niet gedwongen worden als getuige te verklaren over zaken die hem in zijn functie worden toevertrouwd, het verschoningsrecht geheten.

Orde van advocaten
De Nederlandse Orde van Advocaten bestaat uit de advocaten die op het tableau op een van de lijsten zijn ingeschreven. Zij bezit rechtspersoonlijkheid.

Op grond van de advocatenwet kunnen klachten over advocaten, al dan niet wegens schending van een of meerdere bepalingen in de vastgelegde gedragsregels uit 1992, worden voorgelegd aan de Deken van de Orde van advocaten in het betreffend ressort. De Deken kan bemiddelen tussen de klager en de advocaat. Slaagt de bemiddeling niet of wenst de klager de klacht aan de tuchtrechter voor te leggen dan zal de Deken het dossier aan de Raad van Discipline in zijn arrondissement zenden. Tegen een beslissing van de Raad van Discipline kunnen de klager en betreffende advocaat zo nodig beiden beroep instellen bij het Hof van Discipline. Een belangrijke regel is onder meer dat de advocaat zich zodanig dient te gedragen dat "het vertrouwen in de advocatuur of in zijn eigen beroepsuitoefening" niet wordt geschaad.

De verplichte advocaat
Er bestaat in burgerlijke zaken een wettelijk verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat. Je bent verplicht een advocaat te stellen in civiele procedures bij de rechtbank, het Gerechtshof of de Hoge Raad. Bij de kantonrechter, (als gedaagde) in verschillende familierechtelijke zaken en als gedaagde in een kort geding bij de rechtbank (de voorzieningenrechter) mag men wel in persoon, dus zonder advocaat, verschijnen. Ook in strafzaken mag men zichzelf verdedigen. Maar in dergelijke gevallen kan een advocaat de omstandigheden en achtergronden vaak beter aan de rechter uitleggen dan de verdachte. Daarom is het vaak toch verstandig een advocaat in te schakelen. Voor bestuursrechtelijke procedures tegen de overheid geldt hetzelfde: er bestaat geen verplichte procesvertegenwoordiging.

Procureur
Tot 1 september 2008 was men verplicht een procureur te stellen in bepaalde gerechtelijke procedures. Nu is nog wel steeds bijstand door een advocaat verplicht. De procureur bestaat echter niet meer in Nederland. Een advocaat was bijna altijd ook ingeschreven als procureur. Advocaat is men landelijk; procureur was men uitsluitend binnen het arrondissement van de rechtbank waar men kantoor hield (en was beëdigd). De functie van procureur is uit de tijd geraakt en is in Nederland met ingang van 1 september 2008 afgeschaft.

Advocatenkantoor

Een advocatenkantoor is een bureau voor juridische dienstverlening dat als hoofdwerkzaamheid juridische werkzaamheden door advocaten heeft. De meeste werknemers zijn dan ook advocaat. Men spreekt tegenwoordig ook wel van "fee-earners", omdat zij met het bedrijven van de "core business" direct verantwoordelijk zijn voor de omzet. Hun uren worden rechtstreeks gedeclareerd bij cliënten.

Verder is er ondersteunend personeel. Dit zijn onder andere secretaressen, IT-ers en personeelsfunctionarissen. Naar analogie met de term "fee-earners" worden ze wel eens als "fee-burners" aangeduid, wat een pejoratieve term is daar het suggereert dat ze een kostenpost zijn. Hun werkzaamheden kunnen namelijk niet gedeclareerd worden, hoewel de meeste kantoren wel een percentage kantoorkosten berekenen.

Advocatenkantoren lijken qua structuur vaak op een accountantskantoor of een belastingadvieskantoor, maar verschillen van deze laatste in het feit dat de advocatuur een beschermd beroep is. Dit bakent ook de grens af met een rechtsbijstandpraktijk en een incassobureau. Deurwaarderskantoren en notarissen vormen echter weer groepen apart, daar ook hun beroepen beschermd zijn. Het komt wel vaak voor dat een advocatenkantoor notarissen aan zijn organisatie heeft verbonden. Advocatenkantoren bestaande uit meer dan een advocaat waren tot recent veelal georganiseerd als maatschap, maar ook B.V.'s, N.V.'s en coöperaties komen als organisatievorm voor.

In Nederland doorlopen veel advocaten een bepaalde carrière die overigens parallel loopt aan advocaten in sommige andere landen:

  • Tot ca. 3 1/3 jaar na indiensttreding is de werknemer advocaat-stagiair. Dit is een eis van de Nederlandse Orde van Advocaten: een advocaat moet eerst werken onder de hoede van een ervaren advocaat(de patroon) om ervaring op te doen. Daarnaast moet hij een opleiding bij de Orde volgen,de beroepsopleiding. Ze hebben voor deze periode tijdelijke contracten. Na deze 3 1/3 jaar zal de advocaat-stagiair ,bij het goed volbrengen van de stage, van de Orde de stageverklaring krijgen en van zijn kantoor te horen krijgen of hij daar mag blijven als medewerker, of dat zijn contract niet verlengd wordt.
  • Vanaf ca. 3 1/3 jaar tot ca. 10 jaar na indiensttreding zal de advocaat als volwaardig advocaat meedraaien en de kneepjes van het vak verder onder de knie krijgen. Wanneer hij dit goed genoeg doet, kan hij
  • na ca. 10 jaar partner worden en is daarmee mede-eigenaar van het kantoor.

Van belang is meestal het aantal lagere medewerkers per partners: de leverage. In Nederland is die naar verhouding hoog: rond de 5 of meer. Dit houdt automatisch in dat niet iedereen partner wordt. In sommige landen is deze verhouding lager, rond de 2. Dit betekent dat men vaak jaren bij hetzelfde kantoor werkt en bijna automatisch partner wordt.

Sommige kantoren kennen ook een functie waarbij iemand in plaats van volwaardig partner (equity partner) een salaried partner wordt. Hij zal dan als werknemer in dienst van het kantoor blijven. Hij krijgt doorgaans een vast salaris en een (persoonlijke)omzet afhankelijke bonus, of een beperkte winstdeling. Ook zal een dergelijke partner vaak minder of geen stemrecht hebben in vennotenvergaderingen. Daar staat tegenover dat er minder van hem of haar gevraagd zal worden, met name op acquisitief gebied.

Wisseling van kantoor werd vroeger binnen de advocatuur als afkeurenswaardig bezien. Het kantoor betaalde immers de opleiding en kreeg zodoende stank voor dank. Met de huidige opvattingen kijkt men hier nu iets genuanceerder tegenaan. Het beroep is zeker met de intrede in Nederland van Londense Citykantoren meer moneydriven geworden.

Advocatenkantoren verschillen wezenlijk van elkaar in grootte en klantenkring. Mondiaal bestaat een beperkt aantal kantoren dat de grootste internationale transacties behandelt. Dit zijn in hoofdzaak Amerikaanse kantoren plus de Londense "Magic Circle". Daarbij heeft ieder land zijn nationale grotere kantoren. Deze kantoren richten zich in hoofdzaak op de zogenaamde transactionele praktijk(fusie en overname,Initial Public Offerings), en relatief minder op de klassieke advocatuur (waarbij het voeren van gerechtelijke procedures vaak een wezenlijk bestanddeel vormt).

Daarnaast zijn er ook kantoren die zaken van het grotere MKB behandelen. Zij hebben vaak minder werknemers. Andere kantoren richten zich meer op particulieren en het kleinere MKB. Het komt ook voor dat een kantoor zich specialiseert in een bepaald vakgebied-zoals zee- en vervoerrecht, intellectuele eigendom, economisch strafrecht of arbeidsrecht- en daarbij multinationals en MKB-bedrijven bedient. Men spreekt dan van een nichepraktijk.