Het woord bakkerij heeft twee betekenissen:
Een bakkerij is een winkel waar men brood, koek, gebak en banket en aanverwante producten kan kopen. Veel bakkerijen bakken hun eigen brood; dit soort winkels wordt een warme bakker genoemd. Een speciaalzaak voor gebak en taart wordt een banketbakker genoemd.
Andere broodwinkels verkopen brood dat 's nachts in een broodfabriek is gebakken. Een relatief nieuwe ontwikkeling op dit gebied is de soort brood die prepain genoemd wordt. Dit brood is bijna gaar gebakken en kan in een broodjeszaak worden afgebakken waarbij de verse geur en de door het product afgegeven warmte suggereren dat het om een ter plaatse geproduceerd brood gaat.
Vroeger ging de bakker langs de deur met paard en wagen en later met een bakfiets of auto vol met wit en bruin tarwebrood en roggebrood en beschuit. Er zijn tegenwoordig vele soorten brood en (belegde) broodjes verkrijgbaar met vele varianten en eigen benamingen. Ook per streek of provincie zijn er variaties. Sommige broodwinkels hebben een lunchroom waar men luxe belegde broodjes kan eten.
Vooral op zaterdag is het in Nederland een drukke dag in veel bakkerijen, omdat op zon- en feestdagen de winkels in Nederland als regel gesloten zijn.
In vroeger dagen brachten de mensen zelf het meel dat was gemalen door een molenaar naar een centrale bakkerij.
Veel Nederlandse steden kennen Turkse bakkerijen. Deze verkopen meestal geen Nederlandse broodsoorten, maar wel Turks brood, croissants, börek, simit, pitabroodjes en baklava.