Er zijn verschillende situaties waarin u een bodemonderzoek nodig hebt. Bijvoorbeeld bij de aanvraag van een nieuwe omgevingsvergunning, bij bedrijfsbeëindiging, bij (ver)koop van een huis of bedrijfspand etc.
Het doel van een bodemonderzoek is, vaststellen of er bodemverontreiniging op een perceel aan- dan wel afwezig is.
Bodemverontreiniging kan invloed hebben op de waarde van onroerend goed. Bij de taxatie van onroerend goed is de bodemkwaliteit een aandachtspunt. Soms zijn er aanwijzingen dat de bodem van een perceel verontreinigd is. De verkoper is in dit soort situaties verplicht dit te melden aan mogelijke kopers. Deze kunnen dan vervolgens beslissen of zij een bodemonderzoek willen laten uitvoeren.
Grondonderzoek bestaat uit het uitvoeren van grondboringen en sonderingen. Zij worden gedaan voor bodemclassificatie, monstername voor geotechnisch en geohydrologisch onderzoek en voor de plaatsing van meetapparatuur waaronder peilbuizen, hellingmeetbuizen en extensometers.
Het is niet toegestaan om te bouwen op verontreinigde grond. Daarom zal een gemeente bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor bouwen meestal om een verkennend bodemonderzoek vragen. Soms is de bodem door verontreiniging niet geschikt voor het geplande gebruik, bijvoorbeeld woningbouw. Specialistische diensten/bedrijven kunnen aangeven welke maatregelen nodig zijn om de bodem wel geschikt te maken.
Als u al in het bezit bent van een rapport en deze is niet ouder dan vijf jaar en het betreffende onderzoek heeft betrekking op het te bebouwen terrein (en er hebben in deze periode geen bodembedreigende activiteiten plaatsgevonden) dan hoeft er geen nieuw onderzoek plaats te vinden maar kan dit bestaande rapport bij de aanvraag omgevingsvergunning ingediend worden.
Als u een bodemonderzoek wilt laten uitvoeren controleer dan of het bureau met erkende veldwerkers werkt. Als een bodemonderzoek niet door een erkend veldwerker is uitgevoerd, zal dit onderzoek niet worden geaccepteerd worden voor een omgevingsvergunning.
Het uitvoeren van een nul- en eindsituatiebodemonderzoek is verplicht als een bedrijf bodembedreigende activiteiten uitvoert. Het onderzoek kan beperkt blijven tot die locaties waar bodembedreigende activiteiten plaatsvinden.
Het rapport van het nulsituatiebodemonderzoek moet in ieder geval de volgende informatie bevatten:
Als een nulsituatiebodemonderzoek is uitgevoerd, moet bij bedrijfsbeëindiging altijd een eindsituatie- bodemonderzoek worden uitgevoerd. Het eindsituatie-bodemonderzoek is in feite een herhaling van het nulsituatiebodemonderzoek. De resultaten van de beide onderzoeken worden vergeleken. Als blijkt dat de bodemkwaliteit is verslechterd, dan is de vergunninghouder hier verantwoordelijk voor. De vergunninghouder zal de bodemverontreiniging ongedaan moeten maken.
In het geval er tijdens het nulonderzoek verontreiniging is aangetroffen die na vergelijking met de gegevens van het eindsituatieonderzoek niet zijn toegenomen dan kan de vergunninghouder niet aansprakelijk worden gesteld voor de bodemverontreiniging.