Een deur is een beweegbaar (bouwkundig) element ter afsluiting van een ruimte. Een deur in een gebouw is meestal bevestigd (of in bouwkundige term 'afgehangen') in een kozijn. Een kozijn is aangebracht in een wand of muur.
Een deur vormt de afscheiding tussen twee vertrekken of ruimten, of tussen een binnen- en buitenruimte. Middels een slot op een deur kunnen deuren worden afgesloten en ruimten ontoegankelijk worden gemaakt.
Deuren en kozijnen, zijn met een oppervlakte van ruim twee vierkante meter in grote mate sfeerbepalers in het interieur. Deuren en kozijnen krijgen voor een belangrijk deel hun uitstraling door de kleur en uitvoering van de toplaag.
Deuren zijn er van modern tot klassiek, van natuurlijk hout tot high-tech gelakt en van hout tot stalen en kunststof of glazen deuren.
Er zijn tevens deuren verkrijgbaar in brand-, geluid- en/of inbraakwerende uitvoering. Gecertificeerd conform de nationale en internationale regelgeving.
Er zijn buitendeuren en binnendeuren. Uiteraard zit er enorm veel verschil tussen beide soorten deuren. Niet alleen qua uiterlijk maar ook wat materiaal betreft.
Daarnaast zijn deuren naar bestemming onder te verdelen: achterdeur, baander, balkondeur, branddeur, garagedeur, kamerdeur, kastdeur, kelderdeur, keukendeur, nooddeur, liftdeur, schuurdeur, staldeur, straatdeur, tochtdeur, vluchtdeur, voordeur en winkeldeur.
Ook is er een verdeling te maken op grond van type van wijze van openen: doordraaideur, draaideur
harmonicadeur, hefdeur, kanteldeur, onder- en bovendeur, roldeur en schuifdeur.
De deurhoogte en -breedte zijn in het Bouwbesluit vastgelegd en zijn onder meer afhankelijk van het gebruik.