Uitgelichte liftenbouwers in (de buurt van) Alblasserdam
Midden-Delfland,
Zuid-Holland
Thyssenkrupp Encasa BV Trapliften
Krimpen aan den IJssel,
Zuid-Holland
Teylingen,
Zuid-Holland
Rotterdam,
Zuid-Holland
Zoetermeer,
Zuid-Holland
Zoek naar de beste liftenbouwers in uw omgeving
Andere populaire bedrijven in Alblasserdam
Bekijk ook:
Informatie over Liften
Lift
Een lift is een verticaal transportsysteem met vaste stopplaatsen, bedoeld voor het vervoer van personen en/of goederen. Het vervoer geschiedt door middel van een kooi waar de personen en/of goederen in geplaatst worden. De kooi bevindt zich meestal in een schacht en verplaatst zich langs vaste geleidingen omhoog of omlaag. Wanneer de kooi voor de stopplaats tot stilstand wordt gebracht, spreekt men van een stoplift. Door middel van vaste geleidingen wordt de lift in een verticale baan gehouden en omhoog en omlaag bewogen. Een contragewicht vermindert het effectieve gewicht van de lift. Voor het betreden en verlaten en - in het kader van goederentransport - het laden en lossen wordt de lift zo ook tot stilstand gebracht. Een uitzondering hierop zijn de paternosterliften die voor het betreden en verlaten niet tot stilstand worden gebracht. De liftinstallatie bestaat uit een machineruimte die zich meestal boven op de liftschacht en dus boven op het dak van een gebouw bevindt. Hierin is de liftmachine geplaatst en de schakelkast die de besturing van de lift regelt. Soms bevindt de machinekamer zich ook naast de schacht. Dit kan zowel boven als onderin de schacht zijn. Bij hydraulische liften maakt het niet uit waar de machineruimte zich bevindt. Een vinding van de laatste jaren is de machinekamerloze lift. Een ander belangrijk onderdeel van de lift is de liftschacht. Dit is de ruimte waarin de kooi en de leiders zich bevinden. Passagiers krijgen door middel van schachtdeuren toegang tot de liftkooi. Onderin de schacht bevindt zich de schachtput met de buffers voor de kooi. De snelste liften ter wereld bevinden zich anno 2010 in het 509 meter hoge Taipei 101-gebouw in Taipei (60 km/u) en in de Burj Dubai (65 km/u).
Geschiedenis
Het gevecht met de zwaartekracht kent een lange geschiedenis. In het Oude Nabije Oosten gebruikten de Egyptenaren waarschijnlijk al hefwerktuigen, bij de bouw van de piramides. Archimedes (ca. 287 voor Christus - ca. 212 voor Christus) ontwierp een hefwerktuig met touwen en katrollen, waarbij de hijskabels om een haspel gewonden werden met behulp van bomen en een windas. In het Colosseum werden gladiatoren en wilde dieren naar de arenavloer gebracht met een soort lift. Tijdens opgravingen op één van de zeven heuvels waarop de paleizen van de Romeinse keizers Augustus en Tiberius hebben gestaan, zijn delen van schachten en onderdelen van primitieve liften gevonden zoals: lagers van leischijven en delen van leiderbevestigingen. Ook keizer Nero had een lift in zijn paleis. Vitruvius, een Romeins militair en architect beschreef in zijn boek De architectura over de bouwkunst al een zogenaamd liftplatform. In het jaar 1000 werd in de werken van Ibn Khalaf al-Muradi een soort lift beschreven om een ram naar een hoger gelegen niveau te verplaatsen om een fort te vernielen. Lodewijk XV liet vele eeuwen later voor zijn woonverblijf in Versailles een echte personenlift bouwen. Deze lift was al voorzien van een contragewicht. Met deze lift was hij in staat zijn maîtresse, de gravin Châteauroux die een verdieping hoger woonde, discreet te bezoeken. In 1795 was het de uitvinder Ivan Kulibin die een lift op basis van een schroefhefmechanisme ontwierp voor het winterpaleis van Sint-Petersburg. In 1823 kreeg ook London zijn 'stijgende kamer'. Met de komst van de industriële revolutie kwam de lift in een stroomversnelling. De mogelijkheid om met stoom grote krachten geleidelijk over te brengen had grote gevolgen. Fabrieken maakten gebruik van één of meerdere stoommachines die via een systeem van loopwielen en platte riemen goederen liften in beweging brachten. Ook werden voor het vervoer van goederen diverse hydraulische liften gemaakt. Deze liften maakten gebruik van een plunjer onder de kooi, om de kooi omhoog en omlaag te laten bewegen. De plunjer werd door middel van waterdruk, geleverd uit pompen, uitgeschoven. Deze liften waren echter niet geschikt voor grote hoogteverschillen omdat er gaten gemaakt moesten worden, met de diepte van de hoogte van het gebouw om de plunjer kwijt te raken. In 1852 bouwde Elisha Otis de eerste lift met een veiligheidsinrichting die voorkwam dat de kooi naar beneden stortte bij een kabelbreuk. Bij een demonstratie tijdens de wereldtentoonstelling op het Crystal Palace in New York in 1853 zat Otis zelf in de lift. Toen die bijna boven was, hakte een medewerker de liftkabel door. Door het veiligheidssysteem zakte de lift maar enkele centimeters omlaag, waarmee bewezen werd dat de lift veilig was. Het veiligheidssysteem van Otis werkt met getande geleiderails in de liftschacht. Op het moment dat de druk van de liftkabel wegvalt bij een kabelbreuk, grijpen de klauwen van de kooi in de rail en houden de val de van de kooi tegen. Kort na deze demonstratie kreeg Otis zijn eerste opdrachten. Na zijn dood in 1861 namen zijn zoons, Charles en Norton, het door hun vader opgerichte liftenbedrijf Otis Elevator Company over. In 1873 hadden zij al 2000 liften geplaatst in kantoorgebouwen, warenhuizen en hotels. Vijftien jaar later introduceerden zij de eerste direct aangedreven elektrische lift. Dit betekende een enorme comfortverbetering voor de passagiers. In 1877 introduceerde de mijnbouwingenieur Friederich Kroepe de eerste tractielift. Hierbij liepen de hijskabels van de kooi over een elektrisch aangedreven schijf naar het tegengewicht. De kracht die is benodigd om de kooi te verplaatsen wordt aldus verkregen via de wrijvingskracht tussen de hijskabels en de schijf. Kroepe loste hiermee in één klap een hoop problemen op. De enorme trommels om de hijskabels op en af te winden konden achterwege blijven en ook van ongelijkmatige belasting van de trommelas en de kooigeleiders was geen sprake meer.