Middels een taxi worden reizigers per taxi (personenwagen of minivan of personenbusje), op afroep, vervoert naar de door de reiziger gevraagde locatie.
In 1905 reed er in Amsterdam voor het eerst iets wat nu als taxi zou kunnen worden aangeduid. De eerste praktisch gebruikte taxivergunning werd in 1909 afgegeven aan de toenmalige Amsterdamse ATAX; zij gebruikten elektrische voertuigen, die in Hamburg gekocht werden en vervolgens in Nederland van accu's werden voorzien.
Op dit moment rijden er in Nederland circa 25.000 taxivoertuigen rond.
De Tuk Tuk heeft sinds een kleine tien jaar in Den Haag en Amsterdam haar intrede gedaan als alternatief (taxi)vervoer en sinds vijf jaar rijden er in Amsterdam (en recenter ook in een aantal andere steden), elektrische voertuigen die ingezet worden als taxi's voor kortere (stads)ritjes.
Al meer dan 10 jaar zijn nieuwe taxichauffeurs verplicht een diploma te halen. Naast bijvoorbeeld voertuigtechniek, sociale vaardigheden en taalbeheersing wordt bij de examinering enige aandacht besteed aan stratenkennis, hoewel deze sinds het gebruik van navigatie-apparatuur minder belangrijk is. Met dit diploma, een bewijs van goed gedrag en een geneeskundige verklaring kan een chauffeurspas worden aangevraagd bij het IVW (Inspectie Leefomgeving en Transport). Zonder pas mag er niet gereden worden.
De eerste indeling is te maken in:
Contractvervoer is in te delen in:
Bovenstaande lijst is niet uitputtend, er zijn meer soorten taxivervoer mogelijk.