Bedrijveninfogids
Bedrijveninfogids
Zoek en vind bedrijven bij u in de buurt of in een bepaalde regio
Geen bedrijven gevonden
Zeilbootverhuur informatie

Inhoud

Er zijn in Nederland veel zeilboten, ruim 135.000 open zeilboten en 88.700 kajuitzeiljachen en 53.300 platbodems (bron HISWA). Hoeveel daarvan beschikbaar zijn voor de verhuur is niet bekend maar dat er veel mogelijkheden voor zeilbotenverhuur zijn is duidelijk.

In waterrijke gebieden zijn veel watersportbedrijven te vinden die zeilboten verhuren en er zijn gespecialiseerde zeilbootverhuurbedrijven die zich uitsluiten richten op de verhuur van zeilboten (of dit nu open zeilboten zijn, kajuitzeiljachten of platbodems).

Vaarbewijs

Vaarbewijs
Een zeilboot is een vaartuig en net als voor voertuigen pp de weg gelden er voor vaartuigen op het water ook regels die bijdragen aan de orde en veiligheid. Naast alle (gedrags- en veiligheidsregels is er het vaarbewijs. Voor de meeste (open)zeilboten die verhuurd worden in Nederland is geen vaarbewijs vereist. Een klein vaarbewijs is in Nederland verplicht voor het besturen van pleziervaartuigen vanaf vijftien meter lengte en voor motorboten die sneller kunnen varen dan 20 km per uur. Het Klein Vaarbewijs kan vanaf achttien jaar gehaald worden.

Schippersbegeleiding

Als je van plan bent om voor de eerste keer een boot te huren dan is het niet verstandig dit zonder hulp en/of uitgebreide voorlichting te doen. Veel zeilbootverhuurbedrijven kennen een soort van schippersbegeleiding. Schippersbegeleiding bestaat uit uitgebreide uitleg over de huurboot en de regels op het water. Een ervaren schipper zal dan (kort) met u meevaren om de belangrijkste kennis bij te brengen zodat er veilig gebruik gemaakt wordt van de zeilboot.

Belangrijke Vaar- en voorrangsregels

  • Er geldt er op het water uiteraard ook een maximum snelheid. Deze kan verschillen in 6, 9 of 12,5 km per uur.
  • Voorkom gevaarlijke situaties door niet te laveren op drukke wateren, niet van koers te zonder goed gekeken te hebben wat de situatie om u heen is.
  • Leg alleen aan op plaatsen waar dat is toegestaan. Voorkom bij het aanleggen en het wegvaren gevaarlijke situaties.
  • Volg bij bruggen en sluizen altijd de aanwijzingen van de brugwachter en sluiswachter op.
  • Kleine schepen tot 20 meter verlenen altijd voorrang op grote schepen langer dan 20 meter. Veerponten, passagiersschepen, sleep en duwboten en vissersschepen die in bedrijf zijn hebben altijd de rechten van 'groot' ook al zijn ze kleiner dan 20 meter.
  • Wie in de betonde vaargeul aan stuurboordzijde van het hoofdvaarwater vaart, heeft voorrang op schepen die het hoofdvaarwater op willen varen. Een uitzondering hierop zijn schepen die uit een betond nevenvaarwater komen varen. In deze situatie moeten kleine schepen op het hoofdvaarwater voorrang verlenen aan grotere schepen die van het betond nevenvaarwater komen.
  • Een motorschip tot 20 meter moet voorrang verlenen aan een zeilend schip tot 20 meter of een roeiboot, als hun koersen kruisen en geen van de schepen aan stuurboordwal vaart. Een grote motorboot of een groot zeilschip verleent in deze situatie voorrang aan het schip dat van stuurboord nadert.
  • Voor kleine motorschepen onderling geldt: als hun koersen kruisen en geen van de schepen aan stuurboordwal vaart, krijgt het schip dat van stuurboord nadert voorrang.
  • Een klein zeilschip met het zeil over bakboord heeft voorrang op een klein zeilschip met het zeil over stuurboord. Varen ze met het zeil over dezelfde boeg, dan wijkt loef voor lij, ofwel, het schip dat het hoogst aan de wind vaart, heeft voorrang.
  • Wie vanuit een haven of nevenvaarwater een hoofdvaarwater opvaart dan wel oversteekt of andersom, mag andere vaarweggebruikers niet hinderen. Kleine schepen moeten altijd voorrang verlenen aan grotere schepen.