De pelletkachel is een kachel waarin houtpellets verbrand worden. De pelletkachel lijkt vanwege het raam waarin de vlam zichtbaar is op een houtkachel. Pelletkachels zijn vooral geschikt voor het verbranden van houtpellets. Er worden ook pellets vervaardigd uit andere cellulose-houdende materialen zoals bijvoorbeeld stro, miscanthus, olijfpitten of artisjokresten maar de verbrandingseigenschappen van deze materialen zijn (vooralsnog) minder optimaal dan die van houtpellets [1]. Sommige pelletkachels kunnen ook andere korrelvormige brandstoffen verbranden, bijvoorbeeld mais, kersenpitten of olijfpitten.
De pelletkachel heeft een ingebouwd reservoir voor pellets. Deze worden vanuit dat reservoir mechanisch naar de vuurkorf getransporteerd (b.v. door middel van een wormschroef). In de vuurkorf worden de pellets automatisch ontstoken met behulp van een gloeispiraal en gedoseerde luchttoevoer. Afhankelijk van de gevraagde warmte regelt de pelletkachel de snelheid van aanvoer van pellets en de luchttoevoer. De rookgassen worden met een ventilator naar buiten geblazen. Een pelletkachel heeft een beduidend hoger rendement dan een traditionele houtkachel of open haard. Fabrikanten claimen in de regel een rendement van 80-97%. Vanwege de relatief lage temperatuur van de af te voeren rookgassen (maximaal 220 gr. Celsius) en de mechanische afvoer daarvan volstaat een schoorsteenpijp van ø 80-100mm.
Een aparte ventilator blaast de verwarmde lucht de ruimte in. Dit kan echter een storend zijn, daarom bestaan er ook pelletkachels die geen ventilator hebben en werken op basis van convectie- en stralingswarmte.
De moderne pelletkachel is uitgerust met een elektronisch regelsysteem. Dit optimaliseert het verbrandingsproces en bewaakt de veiligheid via diverse temperatuur- en druksensoren. Hierdoor kan de pelletkachel op een veilige manier schoon branden en een hoog rendement bereiken. Door de optimale verbranding geeft deze kachel weinig geurhinder in en rondom het huis. Het gebruikscomfort van een pelletkachel is hoog ten opzichte van de conventionele houtkachel door de automatische ontsteking, uitdoving en de ingebouwde (klok-)thermostaat. Veel pelletkachels zijn uitgerust met een instelbaar weekprogramma waardoor de kachel zichzelf op gezette tijden in- of uitschakelt.
Met een vulling pellets kan men - afhankelijk van de isolatie van de woning, de buitentemperatuur en de gewenste binnentemperatuur - één tot vijf dagen stoken. De as die vrijkomt bij de verbranding, moet doorgaans handmatig worden afgevoerd. Een 10kW pelletkachel verbrandt ongeveer 2kg pellets per uur.
Er bestaan ook cv-installaties die op pellets stoken. Het werkingsmechanisme daarbij is vergelijkbaar, maar hierbij wordt de warmte niet overgedragen aan lucht maar aan verwarmingswater of een combinatie van beide. Deze installaties beschikken doorgaans over een veel groter pelletreservoir, dat direct vanuit een vrachtwagen wordt gevuld.
Verbranding van hout is CO2-neutraal. De hoeveelheid CO2 die bij verbranding vrij komt is even groot als wat de boom tijdens zijn leven uit de lucht heeft opgenomen. (Daarbij moet natuurlijk nog wel de uitstoot geteld worden die vrijkomt bij fabricage en transport.) Door de elektronisch optimaal geregelde verbranding worden relatief weinig giftige afvalstoffen geproduceerd.
Er kan gekozen worden voor pellets, gemaakt van afvalhout, bijvoorbeeld van Staatsbosbeheer. De milieubelasting is dan zeer gering, omdat er geen speciaal hout hiervoor aangeplant wordt, en een deel van het transport en fabricage vindt toch al plaats zodat er geen sprake is van extra milieubelasting. Er zijn ook meer omstreden houtbronnen, zoals Canadese pellets uit zogenaamde productiebossen.