Een groenteboer is een winkelier die groente en fruit verhandelt. De traditionele groenteboer heeft nog slechts een beperkt marktaandeel in de Westerse wereld; een groot deel van de groenteomzet wordt tegenwoordig binnengesleept door de supermarkten.
In de samenstelling met "-boer" is nog te zien dat in de opkomende steden, de groenten vroeger werden aangeleverd door boeren, die hun producten van het veld naar de stad vervoerden om ze daar te verkopen. In plaats van "groenteboer" hoort men daarom soms het 'nettere' "groenteman".
Het kernassortiment van de traditionele groenteboer bestond uit de zogenoemde AGF-producten: aardappelen, groenten en fruit. Uiteraard is dat assortiment in de twintigste eeuw aanzienlijk uitgebreid. Geconserveerde en exotische producten deden hun intrede (van verse kers tot lychee); en ook bij de meer traditionele producten, zoals appels, trad verschuiving en diversificatie op. Oudere soorten, bijvoorbeeld de rode sterappel, worden zelden nog gezien, terwijl de appels uit Zuid-Europa een aanzienlijke plaats in de schappen hebben veroverd. Bij groenten is het al niet anders; witte kool ligt zij aan zij met paprika's.
Doordat groenteboeren het steeds moeilijker krijgen in hun concurrentiestrijd met de supermarkten kiezen ze er vaak voor om hun focus te verleggen. Aan de ene kant doen ze dat door producten als zelfgemaakte salades, soepen en stamppotten aan hun assortiment toe te voegen en aan de andere kant doen ze dat door in samenwerking met de eveneens in moeilijkheden verkerende ambachtelijke slager cateringdiensten aan te bieden aan het plaatselijke bedrijfsleven.